De Antitankgracht
Defense of Antwerp

De antitankgracht - Algemeen.

De antitankgracht is een verdedigingswerk dat even voor de tweede wereldoorlog gegraven werd om de nieuwe dreiging, die vanuit Duitsland kwam, op te vangen. De tanks waren een Britse uitvinding van de eerste wereldoorlog. Van de toenmalige overwinnaars waren er maar enkelen die het potentieel van dit nieuw wapen inzagen. Maar het waren vooral de Duitsers die de lessen trokken uit het verhaal van de Grote Oorlog. Niet verslagen maar wel vernederd door het verdrag van Versailles, hertekenden de Duitsers hun taktieken in functie van de kracht van dit nieuwe wapen.

België onderkende de gevolgen van dit wapen en legde verdedigingslinies aan. Verschillende antitankgrachten werden even voor de tweede wereldoorlog in België gegraven. Het maakte deel uit van de toenmalige defensie-inspanning waarbij in het ganse land meer dan 900 km verdedigingslijnen werden aangelegd die ondersteund werden door bijna 2000 bunkers.
De bekenste verdedigingslijn is de KW-lijn, die liep van Koningshooikt tot Waver.

<
>

Generaal Galet.

Generaal Galet

Generaal Galet

De antitankgracht is beter gekend onder de bevolking als antitankkanaal. Gezien zijn geringe breedte is de naam gracht hier meer op zijn plaats.
Vanaf het ogenblik dat het Duitse Rijnland niet meer bezet wordt door Belgische (1925) of Franse troepen (1930), werd het terug mogelijk om België onverhoeds aan te vallen. De verdediging van het grondgebied wordt terug actueel.
In 1926 wordt Generaal Galet de stafchef van het leger. Hij publiceert in 1932 een plan om België te verdedigen. Door de politieke tegenstand voor dit plan wordt het plan aangepast en uitgevoerd in verschillende fazes.
Naast de hoofdweerstandsstelling Koningshooikt-Waver, worden de oude fortengordels rond Luik en Namen gemoderniseerd. Naargelang de oorlog dichterbij komt valt de Antwerpse weerstand weg om de forten van de Buitenlinie terug in gebruik te nemen. Luik en Namen krijgen nieuwe forten. De Antwerpse forten van de Buitenlinie worden niet herbewapend maar enkel als infanteriesteunpunt ingericht.
De Versterkte Stelling Antwerpen wordt uitgebouwd met nieuwe bunkers. In 1936 wordt beslist om deze stelling te versterken door de aanleg van een antitankgracht. Deze wordt gebouwd tussen 1939 en 1940 en is klaar voor de meidagen van 1940.

<
>

Opbouw van de antitankgracht.

De Versterkte Stelling Antwerpen (VSA) werd opgebouwd vertrekkend van bestaande linies.

1 .De forten van de Buitenlinie gelegen tussen de Schelde ter hoogte van Berendrecht tot aan Koningshooikt.
2.De Duitse bunkers die een onderdeel vormen van de Hollandstellung (1917) zullen, waar het kan, terug ingebruik genomen worden.
3.De intervallen van de forten en schansen van de Buitenlinie worden uitgerust met nieuwe reeks bunkers.
4. De Antitankgracht werd in 1939 gebouwd en volgt het tracé van deze fortengordel. Het is een natte gracht die gegraven wordt tussen de Schelde (Berendrecht) en het Albertkanaal(Oelegem).
5.Een nieuwe reeks van bunkers om het kanaal te kunnen verdedigen en te voorzien van water.




<
>

Info

Ligging van de antitankgracht.

De eerste plannen voorzagen een droge gracht. Door het opwellend grondwater en de regen was het onmogelijk om een droge gracht te graven. Na wat wikken en wegen werd een profiel gekozen waarbij de gracht 6 meter breed werd en 2 meter diep. Op dat ogenblik kon geen enkel rupsvoertuig door deze hindernis rijden (Ze waren niet amphibisch).

Met dit profiel konden de meeste forten met elkaar verbonden worden, maar waren wel sluizen nodig. Tevens zou bij vijandelijkheden de vijandelijke oever onderwater gezet worden, die daarvoor lager lag. Door deze antitankgracht moesten de Scheldepolders niet meer onder water gezet worden.

<
>

Tapsluisbunkers.

Het water voor de antitankgracht wordt geleverd door enkele grachten en beken. Zo nodig kan er water afgetapt worden langs twee tapsluizen uit het kanaal Dessel-Schoten. Deze sluizen zijn ondergebracht in tapsluisbunkers.

<
>

sluisbunkers.

Het kanaal Dessel-Schoten, ook de Schotense vaart of het kanaal van Turnhout genoemd, watert af naar Antwerpen. Omwille van het hoogteverschil, zal de antitankgracht aangelegd worden voor de forten van Schoten en 's Gravenwezel.
Het hoogteverschil maakt dat de gracht opgedeeld is in 16 panden voorzien van een waterkering. In deze waterkering is een sluis aanwezig. 13 van deze sluizen zijn uitgerust met een sluisbunker.

<
>

Overlopen.

Uiteindelijk loost de antitankgracht zijn water in het noorden in de Schelde bij laag water. Hiervoor wordt de sluis van het ex-fort Frederik-Hendrik gebruikt. In het zuiden wordt het overtollig water geloosd via de fortengrachten van 's Gravenwezel, Oelegem en Schilde.

<
>

Duikers.

Het traject dwarst vele beken. Om te vermijden dat er overtollig water van het terrein in de antitankgracht komt, wordt dit water uit de gracht gehouden door het beekwater via een duiker onder de gracht te laten lopen (SI12).

<
>

Halt! Militair domein, verboden toegang.

De antitankgracht werd langs beide zijden uitgerust met een militaire weg. Buiten landbouwers zijn deze wegen enkel toegankelijk voor militairen. Burgers worden hier niet opgelaten. Telkenmale er een zijweg op de militaire weg uitkomt, werd een betonnen paal met het toegangsverbod geplaatst. "Verboden toegang Accès interdit" In de beide landstalen beschreven.

<
>

Militaire borne.

Het is een steen geplaatst door de militaire landmeters (topografen). Het bevat de inscriptie DN (Défense Nationale) en LV (Landsverdediging) In het midden vind je een gat waarin de landmeters hun richtbaken in plaatsen.

<
>
Info

Algemeen

De grote wegen en de spoorlijn Antwerpen-Essen kruisen de antitankgracht via 14 baanovergangen en één spoorweg overgang. Deze overgangen bestaan uit aarden dammen en werden voorzien van waterdoorlaten. Mobiele en vaste antitankhindernissen sluiten deze overgangen af. De andere overgangen langs de aarden wegen bestaan uit wegneembare militaire bruggen van 5 ton.

<
>

Overgang voor grote wegen (RD Route/digue)

De vaste antitankhindernissen bestaan uit railopstellingen die soms voorzien worden van een drie meter hoge hekken. Elke overgang aan een grote weg werd uitgerust met mobiele cointet-elementen, die als een poort de weg afgrendelen.

<
>

De vaste antitankhindernissen.

Op de vaste oeververbindingen vind je railopstellingen. Soms worden deze vaste hindernis voorzien van een 3 m hoog hekken. Op sommige plaatsen wordt een antitankmuur gebouwd. (Foto overgang ATk-gracht Erbrandstraat Putte. Foto ter beschikking gesteld door J. Cannaerts en het Gn-museum.)

<
>

Cointet-hekkens.

Cointet-hekkens, ook wel eens 'Belgium gates' genoemd, zijn mobile antitankhindernissen. Ze doen dienst als poort en laten het verkeer op de oeververbinding toe of sluit ze af. Op de vaste oeververbindingen worden deze hekkens geplaatst om snel de weg te kunnen afzetten.
Cointet-elementen waren stalen hekken. Deze Belgische poorten, zoals ze ook werden genoemd, gaven de KW-linie haar bijnaam "de IJzeren Muur". In 1933 uitgevonden door de Franse generaal Leon Edmond de Cointet de Fillain werden ze vaak in België gebruikt. De elementen hadden ongeveer volgende afmetingen: 3,28 meter lang x 3,00 meter breed x 2,50 meter hoog; goed voor ongeveer 1400kg.
De verschillende losse elementen konden aan elkaar worden vastgeklonken en werden in een zigzagvorm geplaatst. Hierdoor ontstond een massieve versperring die bestand was tegen pantserwagens tot 20ton. Door betonrollen onderaan de cointet-elementen was dit vrij mobiel en kon zo bv. gebruikt worden om de doorgang in een antitankhindernis tijdelijk af te sluiten.

<
>

Militaire bruggen voor de oeververbinding van aarden wegen.

De secundaire en landwegen krijgen elk hun landverbinding door de aanleg van wegneembare bruggen. Er worden 33 wegneembare bruggen voorzien. Deze bruggen zijn uiteenneembaar en worden voor een laatste keer uiteengenomen in september 1944. Na de bevrijding brug bleek het merendeel van de stukken gestolen te zijn. De meeste bruggen werden vervangen door aarden wallen. (Hier een betonnen brug die de oorspronkelijke brug PL21 vervangt.) Pl staat voor 'Pont léger'.

<
>

Railveld.

Een railveld wordt opgebouwd met spoorwegrails die vertikaal in de grond worden geplaatst.
Deze foto geeft een railveld weer van de KW-linie. De railvelden links en rechts van de cointet-elementen zijn beperkter. De cointet-elementen kunnen aan deze stalen palen, door middel van stalen kabels, bevestigd worden.

<
>

bunkers.

Hergebruik van de Duitse bunkers in het interval Schelde - Kanaal Dessel-Schoten.
Hier een zicht op een deel van de Duitse bunkerlinie gelegen ter hoogte van Stabroek.
De bunkers werden ontdaan van hun zandbedekking en de bijhorende loopgrachten werden verwijderd.

<
>
Info

Verdediging: Opvatting.

Het 1ste Regiment vestigingstroepen neemt de verdediging van de schansen en forten en de (flankerings)bunkers langs de antitankgracht op zich. Dit regiment telt 5 bataljons en een batterij om de schansen en forten te bemannen om zo de antitankgracht te verdedigen. Het bataljon vormt de eerste lijn van de verdediging van de Versterkte Stelling Antwerpen.
Deze vestigingswerken werden ingericht als infanteriesteunpunt. (Geen herbewapening met artilleriestukken.)
De bunkers die gebouwd werden in de tussenintervallen (niet langs de antitankgracht) worden bezet door eenheden van het veldleger. Deze bunkers vormen een bunkerstelling die verdedigd wordt door het veldleger. Dit veldleger neemt zijn stellingen in achter de antitankgracht.
Foto is de 'abri de berme' die vooraan in het Fort van Kapellen gelegen is.

<
>

Getenailleerd verloop.

Een getenailleerd tracé bestaat uit rechte stukken, die een getand verloop heeft door de met tenaillestukken stompe en scherpe hoeken te vormen die met elkaar verbonden zijn. De gevormde stompe hoeken zijn breder dan 100°.

<
>

Verdediging: Verdediging gracht.

De vestigingstroepen verdedigen hun sector vanuit de forten.
Voor de gracht worden prikkeldraadversperingen aangelegd, aangevuld door een systeem van onderwater zettting. Vervolgens vindt je het veldleger die de bunkers bemannen.
Vervolgens de gracht die vooraan verdedigd wordt vanuit de flankerings-, dochter en sluisbunker. Rond de bunkers bevinden zich eveneens draadversperingen en daarna de loopgrachten van het veldleger.
De getoonde foto geeft een deel weer van de Duitse loopgrachten in het mastenbos.

<
>

Verdediging: flankeringsbunkers.

De schietopeningen bevinden zich niet loodrecht op de aanvalsrichting van de tegenstrever. Hierdoor wordt de bunkeropening minder kwetsbaar voor rechtstreeks vuur.
De bunkers worden per twee opgesteld waarbij de ongedekte zijde via het flankeringsvuur van de andere bunker de tegenstrever ervan weg houdt.

<
>

Verdediging: dochterbunkers.

Verdedigt de ongedekte zijde van sluisbunker. De foto geeft de dochterbunker17Abis weer die gelegen is in St Job in 't Goor.

<
>

Verdediging: Fort van de Versterkte Stelling Antwerpen.

Geen herbewaping van de forten en schansen met artilleriekanonnen, wel bijkomende bunkers. infanterie steunpunten. vestingstroepen (infanterie)onder bevel van plaats Comd Antwerpen troepen achter de lijn veldleger.
Vanaf 1934 worden de meeste forten en schansen uitgebouwd tot infanteriesteunpunt. De koepels worden verwijderd. Alle schietgaten worden aangepast voor miltrailleurs. de traditoirebatterijen worden uitgerust met chardome-affuiten, de caponnières met schietttafels voor lichte mitrailleurs.

<
>

Verdediging: Forten: abri elementaire.

De koepelopeningen van de forten vooraan worden uitgerust met een abri 'élémentaire' waarin lichte mitrailleurs worden opgesteld.

<
>

Verdediging: Forten: abri circulaire.

De meeste forten krijgen in de koepelopeningen achteraan, twee abris-tourelles om zware miltrailleurs op te stellen.

<
>

Verdediging: Forten: abri conjugué.

Bij de meeste bunkers vind je 2 bunkers van het type 'abri congugué' geplaatst vooraan het verdedigingswerk (in front van de richting waaruit de aanvaller verwacht wordt, met de gracht tussen de bunker en de aanvaller.) In deze bunkers is er plaats voor een zware (maximmiltrailleur)en een lichte mitrailleur.
De vernielde schansen van de eerste wereldoorlog krijgen een extra bunker.
De getoonde foto geeft een 'abri conjugué' weer die op de schans van Schilde te vinden is.

<
>
Info

40-'45: Verdediging van de Antitankgracht.

Het eerste Regiment Antwerpen levert de vestigingstroepen die de vestigingswerken van de Versterkte Stelling Antwerpen zullen verdedigen. Deze troepen werken samen met de infanterieregimenten van het veldleger die opgesteld werden tussen de vestigingswerken.
Het eerste Regiment Antwerpen splitst zich op in 5 bataljons die elk een aantal forten en schansen bezetten en verdedigen. Elke bataljon wordt samengesteld uit een aantal compagnies die elk een fort of schans toegewezen krijgen. Er is een batterij vestingingsartillerie voorzien bestaanden uit vier 120mm kanonnen van het type De Bange die de vuursteun levert aan de vestigingswerken. Er werd ook een batterij mortieren van het type Van Deuren voorzien voor de vuursteun aan de vestigingstroepen. Het vierde artillerie regiment levert een batterij loopgrachten artillerie, met zijn mortieren Van Deuren.

<
>

40-'45: Duitse bezetting.

De Duitsers onderhouden de antitankgracht. Het is merkwaardig dat Delette, adjudant bij de Belgische genie, toezicht houdt op de antitankgracht tijdens de bezetting.
De militaire bruggen worden terug geplaatst, het overtollige groen wordt gekapt, de duikers werden goed onderhouden. Op verschillende plaatsen bouwen de Duitsers bijkomende antitankmuren. Dikwijls voorzien van prikkeldraadhindernissen.
Na de landing van Normandië geven de Duitsers de antitankgracht als verdedigingslijn op en laten alle openingen van de bunkers dichtmetsen.

<
>

Bakstenen muurtjes.

Tijdens de Duitse bezetting wordt de antitankgracht in goede staat gehouden. De militaire bruggen worden terug geplaatst. De duikers worden goed onderhouden en het overtollige groen wordt gekapt. Op verschillende plaatsen bouwen de Duitsers bijkomende antitankmuren.
De zichtbare bakstenen doen dienst als bekisting die opgevuld werd met een mengsel van puim, zand, kiezel en cement, versterkt met een wapening met ijzeren staven.

<
>

Dicht gemetste bunkers.

Na de landing in Normandië, geven de Duitsers de antitankgracht als verdedigingslinie op. De gemeenten krijgen de opdracht om alle toegangen en schietopeningen van de bunkers en forten dicht te metsen. Zodoende kunnen geen parachutisten of partisanen de schuilplaatsen in nemen om zich te beschutten. Bij sommige vernielde schansen worden antipersoneelsmijnen geplaatst.

<
>

40-'45: Montgommery.

Eind augustus 44 slagen de geallieerden uit hun bruggenhoofd in Normandië te breken. Met aan het hoofd Montgommery rukt het 2de Brits leger snel op naar zijn objectief Antwerpen. Op 4 september is de haven van Antwerpen bevrijd. De Britten zijn van oordeel snel een beslissende slag af te dwingen door naar Arhem door te stoten. Deze operatie gekend onder de naam 'Market Garden' mislukt (17 september - 26 september).
Het wordt nu noodzakelijk om de Scheldemonding vrij te maken. 'The Battle of the Scheldt' wordt een moeilijke operatie, die heel veel slachtoffers zal eisen (2 oktober - 8 november '44). Na deze slag is de haven monding vrij en kan de haven volop ingezet worden om de geallieerden opmars logistiek te ondersteunen.

<
>

40-'45: Bevrijding Noorderkempen.

Omdat Montgommery halt houdt in Antwerpen om vanaf hier verder te gaan met de operatie Market Garden, krijgen de Duitsers de gelegenheid om een defensieve stelling op te werpen achter het Albertkanaal en achter het kanaal Dessel- Turnhout.
De Duitse stellingen worden vanaf 24 september aangevallen door Canadezen legereenheden onder bevel van de Britten. Op 25 september slagen de Canadezen het kanaal over te steken en het belangrijke wegenkruispunt Brecht - Schoten - Maria-ter-Heide in te nemen. Het antitankkanaal zal hier geen enkele belangrijke rol spelen.
Vanaf nu worden de gemeenten Brecht, Brasschaat, Kapellen en Putte begin snel bevrijd. Het markeert eveneens het begin voor de slag om de Scheldemonding die zich afspeelt tussen 2 oktober en 8 november '44. Vanaf 28 november is de Schelde mijnenvrij en komen de eerste schepen aan te Antwerpen.

<
>

40-'45: De maatschappelijke waarde van de antitankgracht.

Na de tweede wereldoorlog werd de ganse gordel achterhaald bevonden. Moderne pantserlegers laten zich niet meer stoppen voor deze hindernis. Vanaf 1947 worden de bunkers gedeclasseerd en waar kon verkocht.In 1953 volgen de versterkingen uit de grote oorlog.
De plannen om een duwvaartkanaal aan te leggen, welke het tracé van het antitankkanaal zou volgen, verhit even de gemoederen. Nadat de plannen werden opgedoekt begint de antitankgracht een nieuw leven als uniek natuurgebied, als een pad waarlangs je het militair historisch verleden kan verkennen, of als de plaats waar je aan recreatie kan doen.

<
>
Info

Belgische bunkers voor de antitankgracht.

Om de antitankgracht te verdedigen worden naast de oude forten bunkers gebouwd. Na schietproeven in Brasschaat worden er twee types weerhouden. Een voor de opstelling van een mitrailleur, de andere voor de verdediging van de sluis of barrage.
De bunkers worden uit gewapend beton vervaardigd, met een ongelijke verdeling van de ijzeren wapening.
Er wordt voor een gedrongen vorm gekozen. Zo worden uitwendige afmetingen zo klein mogelijk gehouden en inspringende hoeken worden alzo vermeden. Zodoende worden de afmetingen van de schietkamer op 2 bij 2 meter gehouden.

<
>

Kenmerken: oreilles en periscoopopening .

Oreille
Rechtstaande muur dat
het schietgat beschermt
Periscoopopening
Geeft de kenmerkende
bult aan het dak
<
>

Kenmerk Belgische bunker: Enduit Tyrolien Mamelonné

Deze eitjescammouflage kan nogal verschillen van bunker tot bunker, naargelang de aannemer die ze laat aanbrengen. In de meeste gevallen gaat het over langwerpige ovale stucturen, maar ze kan ook andere vormen hebben, zoals deze van een kort of lang prisma.
Deze bepleistering verstrooit het invallend licht, waardoor de bunker vanuit de lucht slecht waarneembaar wordt.

<
>

Kenmerken: granaatrooster en verluchtingsrooster

De blinde zijde van een bunker kunnen verdedigd worden met granaten. Hiervoor zijn er speciaal granaatwerpgaten in de bunker aanwezig.
Eenmaal de granaat in het werpgat gegooid is zakt ze naar beneden en blijft in het rooster steken aan de buitenzijde van de bunker. Niemand kan de granaat hieruit verwijderen voordat ze ontploft.
Het verluchtingsgat wordt afgedekt door een rooster, om te vermijden dat via het achterliggend kanaal granaten of andere aanvalswapens in de bunker kunnen geraken.

Verluchtingsrooster
Granaatrooster
<
>

Bewapening: zware mitrailleuse.

De zware mitrailleur Maxim is beter gekend onder zijn Duitse benaming MG O8.
1: uitlaatventiel voor stoom uit de mantel.
2: snuit.
3: beschermkap op snuit voor frontale bescherming van de koelmantel.
4: koelmantel met binnenin water en loop.
5: gepantserd schild met kijkgat .
6: vuldop voor water in mantel.
7: patroontoevoer + riem (geweven stoffen banden) met 215 patronen.
8: lichaam met mechanisme.
9: telescopisch vizier.
10: handgreep + "trekker" (Trekker is een verkeerde benaming. Men moest met de duimen op een soort knop duwen).
11a: loodrecht stellen van machinegeweer - mechanisme (Na het instellen van hoogte - zie 14).
11b: loodrecht stellen van machinegeweer - het wiel (Na het instellen van hoogte - zie 14).
12: condensor voor het opvangen van stoom (recycleren van stoom tot water).
13: darm.
14: instellen van hoogte + poten.
15: aftapdop van het water uit mantel.

Meer info op Maxim mitrailleur O8

<
>

Bewapening: lichte mitrailleuse Maxim 08/15.

Naast de Speciale Vestingseenheden heb ik ook de MG08/15 in luchtafweerconfiguratie gezien. Onder meer bij 13A:
Meer info op http://www.ablhistoryforum.be/viewtopic.php?t=5071.

<
>

Bewapening: Chardome-affuit.

De Meeste bunkers uit het interbellum en de omgebouwde forten en schansen worden uitgerust met Chardome-affuiten. De schutter zit op een bank die verstelbaar is in hoogte. Naast de Maximmitrailleur kan elk miltrailleurgeweer op het affuit geplaatst worden. (foto van Ben.)

<
>
Info

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>
Info

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>

Hoofding.

tekst 2

<
>
Info

Tekst 8

Tekst 9

Tekst 10

Tekst 11

Bronvermelding:

De antitankgracht van de vesting Antwerpen Robert Gils & George Melis

Vesting vierde kwartaal 1998, Robert Gils

Vesting Antwerpen Deel IV, Bunkers en bunkerstellingen. Robert Gils

De Antitankgracht te Antwerpen, J. de Hasque 1990

De slag om Brecht, Wally Schoofs, 2005

Totale Oorlog en Revolutionaire Oorlog, Band 2, 1977, Henri Bernard

De Veldtocht van het Belgisch leger in 1940, de Fabribeckers

Wuustwezel en Loenhout in de Tweede Wereldoorlog, Guido van Wassenhove

De slag om Brecht, Wally Schoofs, 2005

75 jaar Bethanie, Frans Bellens, 2000

18 daagse veldtocht

https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_the_Scheldt

http://ww2db.com/image.php?image_id=516